Artifial Intelligence, wat is het?

AI; Wat is het?

‘Kunstmatige intelligentie’ of ‘Artificial Intelligence’ (AI) is een onderwerp dat hoog op de maatschappelijke agenda zou moeten staan. AI gaat namelijk de toekomst van de mensheid bepalen, niet op lange termijn, maar binnen de komende generatie. Helaas is het onderwerp zo complex dat velen het links laten liggen of niet in staat zijn er over mee te praten. Daar moeten we dus eerst verandering in brengen. Vandaar dat ik maar eens bij het begin begin.

Wetenschappers zijn er in geslaagd kunstmatige netwerken te creëren die functioneren zoals het zenuwstelsel in ons lichaam. Ons zenuwnetwerk bestaat uit cellen (neuronen) die via uitsteeksels verbonden zijn met niet één, maar vele zenuwcellen om zich heen. Via die uitsteeksels wisselen neuronen informatie uit met als doel te reageren op kansen en bedreigingen voor ons lichaam. Ons lichaam wordt dus aangestuurd door een neuraal netwerk.

De kracht van een neuraal netwerk zit in het feit dat elke cel praat met- en leert van- alle andere cellen. Dat praten en leren gaat ook nog eens heel snel. Zenuwcellen praten en leren van elkaar door prikkels op te vangen en direct te beslissen of de prikkel moet worden doorgegeven (is de prikkel hoger dan de grenswaarde?) of niet (het is niet belangrijk genoeg om door te geven). Als je heel veel van die cellen aan elkaar knoopt, kun je een systeem een enorm aantal beslissingen laten nemen waardoor zo’n netwerk steeds complexere informatie kan verwerken.

Een simpel voorbeeld: je kunt als kind reageren op een warm oppervlak. Maar je kunt nog geen gradatie in die warmte herkennen en dus ook je gedrag er niet op afstemmen. Kinderen roepen dus gewoon AU! Op latere leeftijd kunnen we best een warme kop koffie aanpakken. Je zenuwstelsel leert bij door ervaringen en maakt dat je steeds beter/slimmer kunt reageren op je omgeving.

AI-netwerken werken precies zo. Ze kunnen in het begin een eenvoudig onderscheid maken: iets is wit of zwart. Maar naarmate er meer informatie in het netwerk gestopt wordt (via gekoppelde databases) kan het netwerk steeds meer eigenschappen tegelijk herkennen (bijv. iets is gebroken wit, komt uit China, spreekt Russisch, houdt van boerenkool, beweegt zich kruipend etc.).

Het onderscheid dat een AI-systeem kan maken wordt dus groter naarmate het meer informatie in het geheugen heeft staan. Als wij de computer maar genoeg voeden met beelden van stoplichten, kan die computer op een bepaald moment zelf detecteren of er een stoplicht staat in het blikveld van de camera. Vervang het woord ‘stoplicht’ door iets anders en je krijgt een idee wat dit gaat betekenen.

Nu zijn de voorbeelden die ik gaf behoorlijk eenvoudig. Maar wat nu als je elk voorbeeld een miljoen keer ingewikkelder maakt. En wat nu als je bedenkt dat de snelheid waarmee computers werken exponentieel toeneemt. Ze kunnen niet alleen steeds meer data verwerken, maar ook nog eens steeds sneller! En wat nu als je bedenkt dat de databases waar AI naar moet kijken net zo hard groeien*. Dan krijgt AI dus ook steeds meer informatie/ervaringen om rekening mee te houden en kunnen er steeds verfijndere taken met behulp van AI uitgevoerd gaan worden.

Tot nu toe is het de mens die bepaalt wat een computer (AI) met die herkenning doet. Wij schrijven de commando’s (algoritmen). De computer doet dat niet zelf. Dus er lijkt niets om ons zorgen over te maken, zolang de commando-schrijvers zich maar netjes gedragen. Maar ja….

Wordt vervolgd………….

*Databases bevatten informatie. De reden dat informatie geld waard is, ligt in het feit dat we er computers mee kunnen trainen en voeden. Daarom is TikTok zo ongelooflijk veel geld waard, maar ook een app als Twitter. De informatie die deze systemen opleveren over het menselijk gedrag, is van onschatbare waarde voor AI-systemen. Slim gezien van mensen als Elon Musk!